Berga Juridische Diensten

Huuropzegging wegens dringend eigen gebruik (deel 3)

 

 

 

De wet & dringend eigen gebruik

 

De wet kent een aantal vastomlijnde gronden op welke de opzegging van de huur (jegens de huurder) kan worden opgezegd en (jegens de rechter) gevorderd. Een opzeggingsgrond waar menig verhuurder zich in de rechtspraktijk op wil beroepen is het dringend eigen gebruik. Het betreft een grond voor opzegging waarbij het veelal gaat om contracten van woon- en bedrijfsruimte die regelmatig gehanteerd en ingezet worden door verhuurders (zoals particulieren, makelaars en woningcorporaties) om herstel, onderhoud en renovatie aan het pand mogelijk te maken.

 

In deel 1 van deze artikelreeks artikel (beschreven we de belangrijkste piketpalen waar het gaat om dringend eigen gebruik bij door verhuurder geplande activiteiten binnen het kader van renovatie.

 

In het vervolgartikel (deel 2) stonden we stil bij de meer algemene door de rechter te beoordelen uitgangspunten en criteria die gelden voor een (dringend) eigen gebruik van een woning. Te denken valt dan aan o.a. een gedegen belangenafweging tussen die van huurder en verhuurder en het vereiste van passende woonruimte.  

 

In dit afrondende deel (3) nemen we een aantal criteria wat verder onder de loep. Daarbij kijken we o.a. naar het vereiste van passende woonruimte, de verhuiskostenvergoeding, schadevergoedingsplicht van de verhuurder jegens de huurder bij niet in gebruik neming van het gehuurde, het vereiste bewijs bij het ontbreken van de wil om het gehuurde door de verhuurder in gebruik te nemen en de minimale duur die in acht genomen dient te worden alvorens een nieuwe eigenaar en verhuurder het gehuurde op basis van dringend eigen gebruik mag opeisen/vorderen.

 

Vooraf nog iets over de door de rechter in acht te nemen belangenafweging indien de verhuurder een huuropzegging via de rechter vordert o.g.v. eigen gebruik.

 

Voorgenomen opzegging

De verhuurder dient bij een voorgenomen opzegging wegens dringend eigen gebruik er goed op te letten dat er omstandigheden (kunnen) zijn, die in zijn nadeel, (maar ook in zijn voordeel) kunnen werken. Zijn belang in dezen wordt dan door de rechter getoetst. Enkele voorbeelden van belangen die de rechter ten voor- en ten nadele van de verhuurder kan meenemen in zijn oordeel:

  • Dat verhuurder kennelijk over meerdere woningen beschikt en dat hij mitsdien een afweging kan maken om in één van deze woningen te gaan wonen;
  • In de situatie dat het voor verhuurder mogelijk is om een andere geschikte woonruimte te verkrijgen/kopen/huren; wat in sommige situaties, afhankelijk van concrete feiten en omstandigheden van het concrete geval, ook van verhuurder in alle redelijkheid verwacht mag worden;
  • In geval verhuurder op dusdanige wijze feiten en omstandigheden in het leven heeft geroepen op basis waarvan kan worden geconcludeerd en/of daaruit kan worden gedestilleerd dat verhuurder zelf de persoon is geweest die de voor hem gewenste spoedeisende situatie zelf in het leven heeft geroepen, aldus heeft veroorzaakt.

 

Vervangende woonruimte

Artikel 7:274 lid 1 vermeld een belangrijke voorwaarde voor het kunnen slagen van een vordering wegens dringend eigen gebruik: dat de huurder passende vervangende woonruimte (binnen afzienbare tijd) moet hebben of kunnen vinden.

 

Passend

Het begrip ‘passend’ is een in de rechtspraak ruim en rekkelijk begrip. Uitgangspunt is dat de vervangende woonruimte niet per definitie gelijk of gelijkwaardig hoeft te zijn aan de huidige woonruimte. Zo kan woonruimte die qua grote, ligging of anderszins een wezenlijk ander woongenot biedt met een hoger of lagere huur, wel degelijk onder de noemer passend te scharen zijn.

 

Persoonlijke omstandigheden

Persoonlijke omstandigheden van de huurder en de plaatselijke woningmarkt zijn daarbij belangrijke persoonlijke omstandigheden waarnaar de rechter kijkt. De vervangende woonruimte moet op hoofdlijnen passen bij de (woon)situatie/(woon)omstandigheden van de huurder zoals hij die nu heeft.

 

Referentiekader

 

Zijn huidige woon- en financiële situatie geldt dan ook als referentiekader voor het begrip ‘passend’. Een huurder die op loopafstand van een winkelcentrum met vele voorzieningen woont, een royaal inkomen heeft, een hoge huurprijs, zal bijvoorbeeld snel een passende woning vinden wanneer die op eenzelfde of soortgelijke locatie is gesitueerd en die aansluit bij zijn huidige huur.

Ook geldt daarbij dat als er bijvoorbeeld sprake is van schoolgaande kinderen die afhankelijk zijn van de scholen- en buurtfuncties in de direct omlijnde omgeving, niet snel een woning op een grotere afstand tot die voorzieningen, als passend gekwalificeerd zal worden.

 

Wie zorgt voor passende woonruimte?

Verhuurder dient aantoonbaar te maken dat er ergens passende vervangende woonruimte beschikbaar is. Huurder dient dan op die aanwijzing in te gaan. Verhuurder heeft geen actieve verplichting om deze vervangende woonruimte daadwerkelijk zelf aan de huurder te bieden.

Een verplichting voor de verhuurder is om aan te tonen (zoals via advertenties, e.d.) dát er woonruimte beschikbaar is die vervolgens ook voor de huurder als ‘passend’ kan worden aangemerkt.

Daarnaast heeft de huurder zelf ook een verplichting, welke wij als een inspanningsverplichting zouden willen kwalificeren: hij dient zelf actief naar andere woonruimte te zoeken.

 

Verhuiskostenvergoeding

Wanneer de rechter bepaalt dat de overeenkomst wordt opgezegd op grond van dringend eigen gebruik, kan hij tevens bepalen dat huurder recht zal hebben op een verhuiskostenvergoeding ex art. 7:220 lid 4 BW. Hoe hoog deze vergoeding zal zijn, is afhankelijk van alle feiten en omstandigheden van het geval en verschilt dus per situatie. Het gaat hierbij om een tegemoetkoming in door huurder gemaakte onkosten; van een algehele vergoeding is geenszins sprake.

 

Schadeplichtigheid bij ontbreken wil om het gehuurde te gebruiken

Wanneer dan de overeenkomst is geëindigd op grond van dringend eigen gebruik zoals de rechter dat via zijn vonnis heeft verordonneerd, geldt dat de verhuurder schadeplichtig jegens de huurder is als hij het gehuurde niet voor eigen gebruik dringend nodig heeft zoals hij aanvankelijk, dus voor het moment dat de rechter op zijn vordering dringend eigen gebruik heeft beslist, wel kenbaar heeft gemaakt, althans dat hij zijn intentie in elk geval ook als zodanig bij de huurder heeft gepresenteerd. Maatstaf voor beoordeling of zulks het geval is, is of de verhuurder een onjuiste voorstelling van zaken (aan huurder en/of derden) heeft gegeven omtrent zijn intentie om het gehuurde zelf in gebruik te nemen. Een verhuurder die zich daaraan schuldig heeft gemaakt heeft immers (bij huurder en/of derden) de pretenties gewekt het gehuurde in eigen gebruik te willen bemachtigen, terwijl hij in werkelijkheid van meet af aan van zins was dit achterwege te laten en het gehuurde niet voor zichzelf te willen gebruiken. In dat geval is hij aldus schadeplichtig, tenzij hij daarbij zou zijn verhinderd door overmacht e.d.

 

Bewijs ontbreken wil om het gehuurde in gebruik te nemen

Hoe is nu de wil van de verhuurder (om het gehuurde in eigen beheer te gebruiken) vóór het moment dat de rechter op zijn vordering zal beslissen, door huurder te bewijzen? Dat is uiteraard een zeer moeilijke zo niet onmogelijke te bewijsbare kwestie. Het is vooral ook het moment waarop die ‘wil’ van verhuurder aangetoond zal moeten worden.

Om huurder in zijn zwakke bewijspositie tegemoet te willen komen heeft de wetgever in het verleden al gemeend hem hierin een wettelijk verankerd bewijsvermoeden te willen gunnen. Dit wettelijk bewijsvermoeden houdt in dat de wet ervan uit gaat, vermoed, dat de wil van de verhuurder om de woonruimte zelf te willen gebruiken wegens dringend eigen gebruik niet aanwezig wordt geacht, indien hij het gehuurde niet binnen 1 jaar na beëindiging van de huurovereenkomst duurzaam in gebruik heeft genomen. Let wel: het gaat om een vermoeden, hetgeen zoveel betekend dat er voor verhuurder ruimte bestaat hiertegen in verweer te kunnen komen door het leveren van adequaat te bestrijden tegenbewijs, om zo dit bewijsvermoeden te kunnen ontzenuwen.

De huurder die in een dergelijke beëindigingsprocedure is verwikkeld, kan, zo hij vermoedens van vertwijfeling heeft of verhuurder nu wel of niet de wil heeft gehad om het gehuurde voor zichzelf te willen gebruiken, de rechter verzoeken hem onder de voorwaarde dat de rechter die wil inderdaad vaststelt, hem ten tijde van deze procedure een schadevergoeding toe kennen, hetzij in omvang zelf bepalend, hetzij de omvang ervan aan het rechterlijk oordeel overlatend. Daarnaast kan de rechter, los van een verzoek daartoe, zelfstandig bepalen of hij een dergelijke vergoeding passend en geïndiceerd vindt.

 

Wachttijd 3 jaar na verkoop

Iets anders is de omstandigheid waarbij een nieuwe koper/verhuurder in het spel komt. In dat geval mag de nieuwe eigenaar/verhuurder het gehuurde contractueel niet binnen 3 jaren opzeggen, nadat hij de nieuwe eigenaar is geworden, omdat hij de woonruimte nodig acht voor dringend eigen gebruik. Dit alles ex artikel 7:274 lid 5 sub b BW). Derhalve geldt er voor de nieuwe eigenaar een wachttijd van tenminste 3 jaren.

 

 

Heb je als verhuurder of huurder vragen omtrent dringend eigen gebruik?

 

Wil je als verhuurder of huurder weten wat je plichten en rechten als het gaat om dringend eigen gebruik van de woning of bedrijfsruimte?

 

Heb je als huurder of verhuurder (overige) vragen, of heb je advies en/of rechtsbijstand nodig m.b.t. een huuropzegging gegrond op een dringend eigen gebruik en/of wil je weten of je vordering bij de rechter stand zal houden?

 

De juristen van BERGA juridische diensten verstrekken passend advies en staan u eventueel bij in een gerechtelijke procedure en kunnen namens u verzet doen.

 

 

 

Heb je andere vragen of ander advies nodig?

 

Wij verstrekken naast persoonlijke en online juridische adviezen, ook juridische diensten op maat, zoals het op maat maken, checken en/of wijzigen van je modelovereenkomsten, contracten of andere documenten. Onze diensten kun je ook snel en makkelijk online bestellen op www.webshop.bergajuridisch.nl

 

Daarnaast treden we zo nodig in onderhandeling met de wederpartij als het gaat om bijvoorbeeld contractvorming, conflictbehandeling, of staan je bij in arbeidsbemiddeling. Ook starten we zonodig een gerechtelijke procedure voor je op.

 

Zoek je persoonlijk en deskundig op maat advies of wil je een procedure starten?

Kies dan voor de juridische diensten van BERGA en meld je zaak aan via  www.bergajuridisch.nl en vul het contactformulier in. Je kunt ons ook altijd bereiken via: info@bergajuridisch.nl of bel ons: 06-36331675.

 

Onze meest voorkomende rechtsgebieden

 

Wij verstrekken juridische diensten aan particulieren en ondernemers op gebied van:

 

Privaatrecht

Consumentenrecht

Huurrecht

Arbeidsrecht

Modelovereenkomsten

Ondernemingsrecht

Aansprakelijkheidsrecht

Schadevergoedingsrecht   

Contractenrecht

Verbintenissenrecht

Strafrecht

(o.a. zaken voor de politierechter, kantonrechter, appèladvies)

Bestuursrecht

(o.a. bij het indienen van bewaar en beroep, sociaal zekerheidsrecht,

 WW, ZW, Participatiewet)

 

Bekijk onze diensten op onze website & webshop

 

Bekijk onze website: www.bergajurdisch.nl & webshop: www.webshop.bergajuridisch.nl

In onze webshop kunt u terecht voor het bestellen van onze telefonische en online diensten, zoals juridisch advies en het laten opmaken, checken of wijzigen van nieuwe of bestaande contracten, voorwaarden of overige documenten.

 

We zijn u graag van dienst!